“Oh wacht, gaan we het daarover hebben?”, mijn collega blijft nog even zitten nadat ik uit de kast kom als hoogsensitief persoon (HSP). Ik ben 37 jaar oud en heb het net ontdekt. Eerlijk gezegd, weet ik niet goed wat het betekent. Wat het voor míj betekent.
We zitten in een café voor de vrijdagmiddagborrel en wij zijn nog als laatste over. Mijn collega – ook HSP’er – bestelt nog wat friet, anders wordt ze chagrijnig zegt ze. Herkenbaar. Ik ben ook strontchagrijnig als ik trek heb. Niet alleen externe prikkels komen hard binnen maar ook interne prikkels. Honger of een volle blaas. Ik krijg dan hoofdpijn, word licht duizelig en hoor niet meer goed wat andere mensen zeggen.
Teveel prikkels zeker?
Gepest
“Je staat nu helemaal aan het begin van je ontdekkingsreis. Ik zou het nog voor jezelf houden, ik vertel het persoonlijk aan niemand. Alleen als ik me daarbij veilig voel of als ik vermoed dat de ander ook hoogsensitief is”, vertrouwt ze me toe. In haar vorige werk pestten ze haar ermee. Tot ze, moegestreden, overplaatsing aanvroeg en kreeg. Opmerkingen als ‘aansteller’ en een lacherig ‘ah, teveel prikkels zeker?’, hoorde ze regelmatig van collega’s. Niemand hield rekening met haar en haar manager kwam niet voor haar op. Sterker nog, ze schroefden de volumeknop van de radio nog eens op als ze de afdeling opkwam.
Gevoelens, grenzen en woorden
Een paar weken later spreek ik diezelfde collega in de gang. “Een grapje moet kunnen toch?”, besluit ik mijn verhaal over dat mijn zus me uitlachte toen ik de autoradio uitzette. Ik hoor namelijk niet wat iemand zegt als de radio aanstaat. Zelfs al staat hij op z’n zachtst. M’n zus reageerde hierop: ‘haha, jouw overgevoelige brein kan dit natuurlijk helemaal niet aan! Jij met je hoogsensitiviteit’. ‘En, hoe voelde dat voor jou?’, kaatst mijn collega terug. ‘Niet leuk, niet grappig’, geef ik schoorvoetend toe. ‘Ik wilde juist naar haar luisteren daarom zette ik de radio uit.’
‘Nou, dus zeg dat dan tegen je zus’. Hoe simpel dit ook klinkt, het kwam niet in me op om hierover te gaan ‘klagen’ bij mijn zus. Ik had niet eens door dat ze mij kwetste op dat moment. Dat ze een grens bereikte. Want tot die tijd paste ík me altijd aan. Aan haar norm, die van de maatschappij, of bij wie ik maar in de buurt was. Ik lachte mee als anderen lachen en nam andermans mening klakkeloos over. Lekker veilig.
In de groepsgesprekken met andere HSP’ers vond ik warme herkenning.
Want een eigen mening, een eigen grens? Die had ik tot voor kort niet. Maar dat constant aanpassen is hondsvermoeiend. Zo begon mijn ontdekkingstocht naar mijn gevoelens, grenzen en woorden. Gelukkig zocht ik hierbij hulp en die vond ik bij HSP & Werk. Tijdens mijn coachingstraject hielpen de coachingsgesprekken met Esther me elke keer vooruit. En in de groepsgesprekken met andere HSP’ers vond ik warme herkenning.
Het lukte me al aardig tegenover mijn zus: ‘Hey, luister eens… laatst deed je lacherig over mijn sensitiviteit en dat kwetste me. Ik ben er net pas achter, er is nog veel onduidelijk voor me. Het helpt als je begrip toont’. Een groot moment voor mij, een kleine voor haar. ‘Oké’, zei ze. En sindsdien geniet ik van haar steun en besef ik dat zij ook moet wennen aan de nieuwe mij.
Het was best spannend maar wat voelde ik me vrij daarna.
Likes en een hartje
Niet elk advies van mijn collega volg ik trouwens zo keurig op. Het advies om mijn hoogsensitiviteit stil te houden bijvoorbeeld. Laatst deelde ik het voor het eerst op
mijn werk: “Zelf ben ik hooggevoelig (HSP) en hoogbegaafd dus zou ik het fijn vinden als daar aandacht voor is en meer begrip voor komt. Zo’n 20% van de mensen is HSP dus het lijkt me een interessante doelgroep qua omvang”, schreef ik in de chat. Het was best spannend maar wat voelde ik me vrij daarna. Er viel een last van mijn schouders waarvan ik niet wist dat ik die droeg. Mijn bericht kreeg heel wat likes én een extra dik hartje van die ene collega.
~ Juliette